Langlaufen
Net zoals bij het alpine skiën geldt voor het langlaufen dat blinden en slechtzienden tijdens het beoefenen van deze sport de hulp van anderen nodig hebben en met een aantal zaken rekening moet worden gehouden.
De visueel beperkte langlaufer moet goed worden begeleid
Bij het langlaufen wordt gestreefd naar 1 op 1 begeleiding, maar 1 begeleider zou ook 2 langlaufers tegelijk kunnen begeleiden. De begeleider vertelt hoe het terrein er uitziet waarover gelanglauft wordt. Ook wordt aangegeven wanneer er een bocht naar links of rechts komt, of men moet overstappen naar een andere loipe, of er een korte of lange afdaling volgt en of er snelheid moet worden gemaakt of gehouden omdat er een beklimming aankomt. Ook waarschuwt de begeleider voor overgangen van licht naar schaduw, obstakels zoals bomen, boomwortels, overhangende takken of afrasteringen.
De visueel beperkte langlaufer en de begeleider dragen een geel hesje zodat zij opvallen als zij een loipe betreden
Dankzij de felgekleurde hesjes is het bij het langlaufen voor slechtzienden soms mogelijk om een begeleider te volgen door direct achter hem/haar te langlaufen. Een andere mogelijkheid is om voor de begeleider uit te langlaufen. De visueel beperkte langlaufer is dan aangewezen op mondelinge aanwijzingen van de begeleider. De manier waarop de visueel beperkte langlaufer zal worden begeleid kan het beste dagelijks voor vertrek onderling worden besproken want niet iedereen heeft dezelfde wensen.
De visueel beperkte langlaufer zal net zoals de goedziende langlaufer lessen nodig hebben om de techniek goed of nog beter onder de knie te krijgen
Bij het langlaufen ligt het tempo meestal niet zo hoog als bij het alpine skiën, maar er wordt zo nu en dan best nog wel tempo gemaakt en dus is het zeker belangrijk dat de langlaufer de techniek beheerst en over een goede conditie beschikt. Blinden en slechtzienden die nog geen of onvoldoende ervaring hebben met het langlaufen wordt daarom geadviseerd les te nemen om de techniek goed of beter onder de knie te krijgen. De begeleider is namelijk meestal geen leraar en dus mag niet worden verwacht dat er door deze persoon les wordt gegeven. Als er lessen worden gevolgd bij een langlauf/skischool op de vakantiebestemming is de begeleider bij de langlaufles aanwezig. De begeleider kan dan eventueel de instructies of aanwijzingen van de langlaufleraar nader uitleggen en na de les er op toezien, dat het zojuist geleerde verder wordt geoefend. Uiteraard zijn er ook mensen die van het langlaufen een reguliere sport maken en wekelijks op de rolski’s staan om de techniek op een bepaald niveau te kunnen houden. Het is dus zeker mogelijk om ook in Nederland les te nemen. De NVSV kan iedereen aan informatie helpen over de mogelijkheden op langlaufbanen in Nederland. Daarnaast is er veel informatie op internet te vinden. Kijk bijvoorbeeld eens op www.langlaufpagina.nl of www.rolski.nl.
Bij een beperkt aantal reizen zal er ook een langlaufleraar mee gaan die een aantal uren langlaufles zal geven welke van te voren geboekt kunnen worden. Of deze mogelijkheid er is, hangt af van de belangstelling per reis.